Laat de roomboter uit de koelkast enkele uren zacht worden. De boter moet behoorlijk zacht zijn om de kruiden en specerijen er goed doorheen te kunnen mengen.

Was de verse kruiden en dep ze droog. Haal de blaadjes van de takjes bladpeterselie en bladselderij en hak de blaadjes fijn. Pel de knoflook en hak de knoflook heel fijn. Hak de bieslook fijn.

Roer in de mengkom de verse kruiden met het zout, de peper, de kerriepoeder, de paprikapoeder en wat uienpoeder goed door de roomboter. Als de boter zacht genoeg is, kan dat met een vork of eventueel met je handen. Proef of de smaak van de kruidenboter goed is, voeg anders nog wat extra kruiden of specerijen naar smaak toe.

Leg de kruidenboter als een worstje op het bakpapier en rol het bakpapier op. Draai de uiteinden van het bakpapier in tegengestelde richting, zodat er een worst ontstaat.

Laat de kruidenboter in de koelkast weer opstijven.