Een linzenvlaai is een traditionele Limburgse vlaai die niets met linzen te maken heeft. De naam verwijst waarschijnlijk naar het deeg dat gebaseerd is op een taart uit Linz (linzertorte).Deze klassieker uit de Limburgse baktraditie is geliefd vanwege zijn eenvoud, frisse fruitige smaak en knapperige korst.
kwastje of een stukje keukenpapier om in te vetten
taartrooster
groot plat bord, minimaal 30 cm doorsnee
Ingrediënten
Deeg
350grambloemen wat extra om het aanrecht te bestuiven
6grambakpoeder
175gramkoude margarineen wat extra om de vorm in te vetten
175grambasterdsuiker
1,5losgeklopt ei
mespunt zout
Vulling
2potten kersen op sap à 350 gram
20gramaardappelzetmeel
Instructies
Verwarm de oven voor op 180 °C (hete lucht, voor een conventionele oven 190 °C).
Breek de eieren in een klein kommetje en klop ze los.
Snij de boter in kleine stukjes en zet tot gebruik in de koelkast.
Zeef de bloem met de basterdsuiker en het zout boven een mengkom. Voeg het ei en de in stukjes gesneden boter toe. Roer met een vork de ingrediënten door elkaar en kneed dan verder met je handen. Als alles goed gemengd is, kun je verder kneden op het aanrecht. Kneed net zo lang tot je een mooi stevig deeg hebt. Wikkel het deeg in plastic keukenfolie en laat het ongeveer een uur rusten in de koelkast.
In de tijd dat het deeg rust, kun je de vulling maken. Doe de kersen in de zeef en vang het kersensap op. Meet 4 deciliter van het kersensap af en giet dit in de steelpan. Verwarm het sap op laag vuur totdat het kookt.
Doe het aardappelzetmeel in een kommetje, voeg 2-3 eetlepels water toe en roer met een vork of kleine garde tot een egaal papje. Voeg dit papje toe aan het kokende kersensap en roer dit goed door met een garde. Blijf roeren totdat het vocht gebonden is. Voeg de kersen toe, roer heel goed door, zet het vuur uit en laat de vulling afkoelen.
Vet de opstaande rand van de bakvorm in met wat margarine en knip een rondje bakpapier uit voor de bodem.
Neem 2/3 van het deeg en rol het uit tot een ronde plak op een met bloem bestoven aanrechtblad, wrijf ook wat bloem op je deegroller. Druk bij het uitrollen niet te hard op het deeg en draai het deeg steeds een kwartslag, zodat je een deegplak krijgt die overal even dik is en niet aan je werkblad gaat plakken. Rol het deeg zover uit dat de vlaaivorm er ruim mee bekleed kan worden. Doe de deegplak over in de vlaaivorm. Zorg dat de hele vorm goed bekleed is met het deeg en snijd het overtollige deeg boven de rand van de bakvorm af.
Schep de kersenvulling op het deeg in de vorm en verdeel de kersen zo gelijkmatig mogelijk over het deeg.
Rol nu de rest van het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een langwerpige lap en snij repen van 1-2 cm breed. Leg de repen in een ruitpatroon op de vulling en druk de repen op de randen van de deegbodem aan. Snij het deeg dat over de rand heen hangt af. Bestrijk de vlaai met een beetje losgeklopt ei en bestrooi eventueel met wat kristalsuiker. Bak de vlaai in 35-40 minuten gaar in het midden van de oven.
Laat na de baktijd de vlaai een beetje afkoelen in de vorm en controleer of de vlaai gemakkelijk van de rand los laat, snij de rand anders voorzichtig los met een scherp mesje.
Tip
Om de vlaai uit de vorm te halen: leg het grote bord op de vlaai in de vorm, keer het bord met vlaai om, haal voorzichtig de vlaaivorm van de vlaai af. Leg nu het taartrooster op de onderkant van de vlaai en keer weer om. Zo kan de vlaai het beste afkoelen.