Vogelnestjes
Dit recept komt uit de Haagsche School. Met dank aan Annemieke Buskens voor het delen van de recepten uit haar moeders kookschriftje.
Leuk weetje: in katholieke kringen werd het gerecht vroeger vaak met Pasen gegeten.
Voor vier personen
Benodigdheden
- steelpan met water
- frituurpan of koekenpan
- 3 diepe borden of kleine kommetjes
- 1 kom
- ovenschaal
Ingrediënten
- 4 eieren
- 1 eiwit losgeklopt
- 500 gram half-om-half gehakt
- 1 snee oud brood of 2 eetlepels paneermeel
- 3 eetlepels bloem
- 3 eetlepels paneermeel
- 30 gram margarine of boter
- peper, zout, nootmuskaat
Bereiding
Breng het water in de steelpan aan de kook en leg voorzichtig de eieren erin. Laat de eieren 8 minuten koken totdat ze hard zijn. Laat ze schrikken onder koud stromend water en ze verder afkoelen.
Doe het gehakt in de kom, kruid het met peper, zout en nootmuskaat. Meng het verkruimelde brood of het paneermeel door het gehakt.
Zet drie diepe borden of kommetjes klaar: een met het losgeklopte eiwit, een met bloem en een met paneermeel.
Pel de gekookte en afgekoelde eieren en rol ze door de bloem. Verdeel het gehakt in vier gelijke porties. Maak van iedere portie een platte plak en vorm dat om een ei heen. Zorg dat het gehakt het hele ei bedekt en druk het goed aan. Wentel de “gehaktbal” door het eiwit en vervolgens door het paneermeel en herhaal dit per gehaktbal nog een keer. Bedek het vogelnestje aan alle kanten goed met paneermeel.
Zet de vogelnestjes vijf minuten in de koelkast, zodat het gehakt wat steviger wordt.
Smelt de boter in de koekenpan totdat het schuim weg begint te trekken, braad de vogelnestjes aan alle kanten mooi bruin. Verwarm in de tussentijd de oven op 200 graden.
Doe de vogelnestjes over in de ovenschaal, samen met het braadvet uit de pan. Laat de vogelnestjes in 25 minuten verder gaar worden in de oven en keer ze na 15 minuten even om.
Als je een frituurpan gebruikt: verhit de frituurolie tot 180 graden en frituur de vogelnestjes ongeveer 7 minuten.