Varkensribben
Dit recept voor varkensribbetjes komt uit de klapper van Wiel Cos, een recept dat hij weer gekregen heeft van mevrouw Geurts, een slagersvrouw uit Horst. De ribben smaken heerlijk bij bijvoorbeeld zuurkool.
Voor 6 - 8 personen
Benodigdheden
- ovenbraadslee met rekje
- keukenvijzel
- grote kom met deksel
- snijplank met scherp mes
Ingrediënten
- 1 kilo in stukken gesneden varkensribbetjes
- 2 teentjes knoflook
- 1 theelepel gemberpoeder
- een mespunt kaneel
- 1 theelepel fijngestampte anijszaadjes
- 1,5 theelepel zout
- 1,5 theelepel suiker
- 4 eetlepels ketjap manis
- 4 eetlepels sherry
- 1 liter kokend water
Bereiding
Pel de knoflook en snij in kleine stukjes. Wrijf in de vijzel de knoflook samen met de kaneel, gemberpoeder, anijszaad en zout tot een pasta, roer de ketjap en de sherry erdoorheen.
Doe de in stukken gesneden varkensribben in de kom en giet het kruidenketjapmengsel eroverheen, wrijf de marinade over het vlees. Laat de ribbetjes minimaal 1 uur in de koelkast marineren, langer mag ook (bijvoorbeeld een hele nacht). Keer het vlees af en toe om in de marinade en wrijf goed in.
Verwarm de oven op 150 graden Celsius. Leg het rekje in de ovenbraadslee en giet zoveel kokend water in de braadslee dat het rekje net boven het water staat. Leg de ribbetjes met de vlezige kant naar boven op het rekje en giet de rest van de marinade over het vlees.
Zet de braadslee in de voorverwarmde oven en laat de varkensribbetjes anderhalf uur op 150 graden braden, bedruip het vlees af en toe met de marinade uit de braadslee. Temper na anderhalf uur de oventemperatuur tot 100 graden en laat het vlees nog 1 tot 2 uur verder garen.