uit grootmoeders keuken

Ook deze abrikozenvlaai is een recept van mijn moeder, de meeste vlaaien in dit kookboek zijn recepten van haar hand. Mijn moeder gebruikte voor deze vlaai abrikozenpulp uit blik. Dat is in gespecialiseerde winkels of winkels met een uitgebreid bakassortiment verkrijgbaar. Je hebt dan voldoende aan ongeveer een kilo abrikozenpulp.

Omdat de kant- en klare abrikozenpulp niet overal verkrijgbaar is, is in dit recept de bereiding van de vulling ook uitgewerkt. De abrikozen worden een nacht geweekt, voordat je ze kunt verwerken, hou dus rekening met extra voorbereidingstijd.

Limburgse abrikozenvlaai
Voor 8 - 12 punten

Benodigdheden

  • steelpan
  • houten lepel
  • 2 mengkommen
  • 3 klein kommetjes
  • 1 vlaaivorm van 28 cm. doorsnee
  • vork
  • deegrol
  • kwastje of een stukje keukenpapier om in te vetten
  • taartrooster
  • groot plat bord (minimaal 30 cm doorsnee)

Ingrediënten

Deeg

  • 350 gram zelfrijzend bakmeel
  • 175 gram margarine
  • 175 gram basterdsuiker
  • 1 zakje vanillesuiker
  • 2 eetlepels melk
  • 1 ei
  • 1 eetlepel paneermeel

Vulling

  • 400 gram gedroogde abrikozen
  • 1,5 eetlepel suiker
  • ½  liter Water
  • 3 theelepels aardappelzetmeel

Bereiding abrikozenvlaai

Voorbereiding vulling

Week de abrikozen minimaal 1 nacht in halve liter lauw water in een mengkom. Breng in de steelpan de abrikozen met het weekwater en de suiker aan de kook en draai dan het vuur laag.

Laat de abrikozen op de laagste stand minstens 20 tot 30 minuten zachtjes doorkoken. Het is belangrijk dat je regelmatig goed doorroert, zodat de abrikozen niet aanbranden. Als de abrikozen goed zacht zijn (net geen moes), is het mengsel voldoende gekookt. Meng drie theelepels aardappelzetmeel met een beetje koud water in een klein kommetje en voeg dit toe aan de abrikozen, roer goed door en laat het mengsel nog een paar minuten zachtjes doorkoken totdat het voldoende gebonden is. Laat de abrikozen afkoelen terwijl je het deeg maakt.

Bereiding

Verwarm de oven voor op 175 graden C.

Breek het ei in een klein kommetje en klop het los. Doe het bakmeel, de basterdsuiker, vanillesuiker, de melk en de helft van het ei in een mengkom, snij de koude boter er in stukjes doorheen.

Roer met een vork eerst de melk en het ei door de andere ingrediënten en kneed dan verder met je handen. Als alles goed gemengd is, kun je verder kneden op het aanrecht. Kneed net zo lang tot je een mooi stevig deeg hebt. Niet langer kneden dan nodig is, als je te lang kneedt, zul je merken dat het deeg wat slap wordt en het minder goed te verwerken is. Als dat gebeurt, zet het dan enkele minuten weg in de koelkast.

Vet de bakvorm in met wat margarine en strooi het paneermeel in de vorm. Als je bakpapier gebruikt, is het paneermeel niet nodig. Ik knip meestal een rondje bakpapier uit voor de bodem en vet de opstaande rand van de bakvorm in met margarine.

Neem 2/3 van het deeg en rol het uit op een met bloem bestoven aanrechtblad, wrijf ook wat bloem op je deegroller. Druk bij het uitrollen niet te hard op het deeg en draai het deeg steeds een kwartslag, zodat je een deegplak krijgt die overal even dik is en het deeg niet aan je werkblad vast gaat plakken. Rol het deeg zover uit dat de vlaaivorm er ruim mee bekleed kan worden.

Doe de deegplak over in de vlaaivorm. Het is niet erg als je het deeg niet in een keer goed in de vorm krijgt, of als er scheurtjes ontstaan. Neem dan gewoon een stukje deeg dat over is en druk dat over het scheurtje. Na het bakken zie je daar niets meer van. Zorg dat de hele vorm goed bekleed is met het deeg en snijd het overtollige deeg boven de rand van de bakvorm af.

Doe de abrikozenvulling op het deeg in de vorm en verdeel het gelijkmatig over het deeg. Rol nu de rest van het deeg op een met bloem bestoven aanrecht uit tot een ronde plak ter grote van de vlaaivorm.  Leg dit deeg op de vlaai en druk aan de randen zachtjes aan. Snij het deeg dat over de rand heen steekt weg.

Bestrijk de vlaai met de rest van het geklopte ei en prik met een vork een paar gaatjes in het deksel. Bak de vlaai in 45 minuten gaar op 175 graden in het midden van de oven.

Laat na de baktijd de vlaai een beetje afkoelen in de vorm en controleer of de vlaai gemakkelijk van de rand los laat, snij de rand anders voorzichtig los met een scherp mesje.

Tip

Om de vlaai uit de vorm te halen: leg het grote bord op de vlaai in de vorm, keer het bord met vlaai om, haal voorzichtig de vlaaivorm van de vlaai af. Leg nu het taartrooster op de onderkant van de vlaai en keer weer om. Zo kan de vlaai het beste afkoelen. Als je een vlaai van dit deeg in de vorm af laat koelen, wordt het deeg minder krokant.

error:

Pin It on Pinterest

Share This